Keti Koti / Tula Tafel op 17 augustus 2013 Gepubliceerd op: 16 augustus 2013 Zaterdag 17 augustus 2013 is er een Keti Koti Tula Tafel georganiseerd in Museum Geelvinck in het kader van de Tula herdenking. Jaarlijks vindt op 17 augustus deze herdenking plaats, de nationale herdenking van de grote slavenopstand die in 1795 op Curaçao onder leiding van de zwarte vrijheidsstrijder Tula plaatsvond. Slavernij verbindt het Geelvinck Hinlopen Huis niet allleen met Suriname, maar ook met de Antillen. Deze Keti Koti / Tula Tafel wordt georganiseerd in samenwerking met Stichting Keti Koti tafel door Mercedes Zandwijken, de Stichting Erfgoed Caraïbisch Nederland en Black Heritage Tours / Jennifer Tosch en Lianne Leonora. Tula Tafel / Mesa Tula Tijdens deze ‘Mesa Tula’ wordt Tula, als vertegenwoordiger van de Afro-Curaçaose voorouders, gevraagd om nog niet te kijken: omdat wij nog veel werk te verrichten hebben bij het verwerken van ons gezamenlijke slavernijverleden. En omdat wij nog niet volgens de idealen leven, waar hij en zijn medestanders in de slavenopstand in 1795 voor gevochten hebben, waar ook de idealen van de Franse Revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap voor stonden. Maar waarom zou Tula nog moeten wachten? Kunnen wij niet allemaal samen Tula zijn? Nakomelingen van slavenmeesters en nakomelingen van tot slaaf gemaakten? Tijdens de Tula Tafel gaan we samen met elkaar in gesprek over hoe wij het proces van emancipatie kunnen voortzetten om de idealen waar Tula voor gevochten heeft te bereiken. Programma Vanaf 12.30 uur zijn de deuren van Museum Geelvinck open voor bezoekers van deze Mesa Tula in de Rembrandtzaal. Om 13 uur wordt u welkom geheten met een welkomstceremonie door gastvrouwen Lianne Leonora en Corrie Hoeve. Er staat een buffet klaar met Antilliaanse gerechten en tussendoor luisteren we naar gedichten en gaan we met elkaar in gesprek. Om 15 uur vindt de afsluitingsceremonie plaats, gevolgd door een optreden van Dansgroep Caribean Dance Flamboyan. Keti Koti tafel Keti Koti tafel, een nieuwe traditie voor iedereen. De Keti Koti Verzoeningstafel is een nieuwe traditie in de vorm van een geritualiseerde dialoogtafel waarbij – tijdens een maaltijd – stil wordt gestaan bij de herdenking en afschaffing van de slavernij. Het streven is dat er na verloop van tijd een traditie bestaat waardoor families, vrienden, buren en landgenoten zich gesterkt voelen, generatie op generatie om één keer per jaar op gepaste wijze stil te staan bij onze gezamenlijke geschiedenis. Tula Memorial Aan de Zuidkust, tussen de ‘Koredor’ en het Holiday Beach Hotel staat een monument dat herinnert aan de slavenopstand van 1795. Tula, Bastiaan Karpata, Pedro Wacao. Historische namen van mannen die vochten voor hun vrijheid. Op 17 Augustus 1795 te plantage Knip weigerde een groep van veertig tot vijftig slaven nog langer voor hun eigenaar te werken. Tula was hun aanvoerder. Verhalen over de Haitiaanse opstand [1791-1794] hadden ook Curaçao bereikt en na een grondige voorbereiding sloegen Tula en zijn mannen toe. Via de plantages Lagun, Santa Cruz, Porto Marie, San Nicolas, Santa Martha, San Juan trokken zij over het eiland. Steeds meer slaven sloten zich bij hen aan. In de stad werd door de koloniale raad een offensief beraamd. Aanvankelijk stuurde men een troep soldaten. Later een klein leger omdat bleek dat het hier niet om een opstootje ging. Op 19 september 1795 kwam een einde aan de opstand. Tula en Karpata werden overmeesterd. Op 3 oktober 1795 stierven de leiders van de opstand een publieke marteldood. Pas in 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft. Op papier wel te verstaan. De samenleving heeft langer nodig gehad om zich aan te passen aan een leven zonder boeien. Het monument gedenkt Tula en zijn mannen, die het begin markeerden van de moeilijke en lange weg van de emancipatie van het Curaçaose volk. [Bron: Tula van Dr. J. Hartog] Tentoonstelling De Keti Koti Tula Tafel vindt mede plaats in het kader van de tentoonstelling ‘Swart op de Gracht’ in Museum Geelvinck. De tentoonstelling is geïnitieerd ter gelegenheid van het themajaar, waarin teruggekeken wordt naar het feit dat 150 jaar geleden de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen werd afgeschaft. Albert Geelvinck, de eerste bewoner van het Geelvinck Hinlopen Huis, was één van de eerste directeuren van de Sociëteit van Suriname, de Amsterdamse beheermaatschappij van deze kolonie. Hij was in deze functie actief bij de transatlantische slavenhandel. Zijn familie, die tot 1813 in het Geelvinck Hinlopen Huis woonde, is steeds bij de plantage-exploitatie van de Nederlandse kolonies in Amerika betrokken gebleven.