25 Jaar Familie Buisman in Geelvinck

Gepubliceerd op: 1 januari 2015

Op 22 december is aan de gevel van Herengracht 518 een gedenksteen onthuld, die gewag maakt van het bouwjaar (1687) en de eerste bewoners, Sara Hinlopen en Albert Geelvinck, van het Geelvinck Hinlopen Huis; de restauratie en inauguratie van het museum (1991), mogelijk gemaakt dankzij G.A.H. Buisman Jzn. en de huwelijksdag van de huidige bewoners, Jurn Buisman en Dunya Verwey, voltrokken op Geelvinck, 22 december 2014.

25 jaar familie Buisman in Geelvinck

Op 16 januari 1990 wordt het eigendom van het Geelvinck Hinlopen Huis notarieel overgedragen aan de Ten Doesschate Buisman Groep, waarvan het wapen na de restauratie fier boven de hoofdingang prijkt. Enige maanden eerder had, na langdurige onderhandelingen gedurende een warme zomer, Jurn Buisman met de toenmalige eigenaar-bewoner Bob Potasse reeds het koopcontract getekend. In de herfst van 1989 kon daardoor met de renovatieplanning en het aanvragen van vergunningen een aanvang worden genomen. Sedert 1988 was het gebouw namelijk een Rijksmonument.

Gedenksteen
Vijfentwintig jaar later, op 22 december 2014 – ter gelegenheid van het huwelijk van Jurn Buisman met Dunya Verwey – werd een plaquette onthuld. Het vormt tevens een memento aan de in 2005 plots overleden vader van Jurn, G.A.H. Buisman Jzn., die niet alleen de restauratie van het Geelvinck Hinlopen Huis mogelijk maakte, maar wiens collectie en vermogen ten grondslag ligt aan het huidige museum.

Aanvang restauratie
Ondanks het feit, dat Bob Potasse al vele jaren bezig was met renovatiewerkzaamheden bleek het huis in deplorabele staat te zijn. In 1986 had hij een verzoek tot splitsing van het gebouw in appartementsrechten ingediend en was bovenin het pand begonnen: ondermeer het loftappartement en de tweede verdieping waren door hem aangepakt. Sedert de bouw in 1687 was het gemiddeld met een kleine 1,5 mm per jaar gezakt doordat de houten onderpaling aan de kant van de Vijzelstraat niet op een zandschol stond: als je voor het huis staat is duidelijk te zien dat de kozijnen aan de rechterkant “gecorrigeerd” zijn, zo ongeveer als bij de Toren van Pisa. Naarmate het huis verzakte, bleek het steeds noodzakelijk om een nieuwe vloer in het souterrain te leggen (anders kreeg je daar natte voeten). Toen in 1990 het volledige huis aan de onderzijde werd uitgegraven om het op een betonnen bak met nieuwe – veel dieper geslagen – palen te plaatsen, bleken er in de loop der eeuwen zeven vloeren op elkaar gelegd te zijn. De derde van onder gerekend was zelfs een marmeren vloer, waarvan later enkele tegels in het tuinterras bij het koetshuis zijn hergebruikt. Helaas had Potasse in het voorjaar van 1989 hetgeen nog restte van de historische keuken in het souterrain (schouw, tegeltjes etc.) er uit laten slopen.

Mysterie
Bob Potasse, evenals de familie Buisman afkomstig uit Zwolle en een achterneef van de ceremoniemeester bij Jurns huwelijk, bleef indertijd nog langer dan een jaar na de verkoop in het loftappartement wonen. Daarna verhuisde hij naar Cyprus en stierf enige tijd later aan de gevolgen van AIDS. Rond dit fortuin, dat hij aan de verkoop van het huis heeft overgehouden, heerst tot op de dag van vandaag een mysterie. Daarmee herhaalt zich de geschiedenis: in september 1813 verkoopt de laatste erfgenaam van de Geelvincks, Edouard Jacques Lesné-Harel van Kessel (geboren 1757 en weduwnaar van de enige kleindochter van Agatha Levina Geelvinck), het huis vanuit zijn toenmalige woonplaats Parijs, waar hij de Monden van de Maas vertegenwoordigt in het Corps Legislative van het Franse Keizerrijk en als zodanig een half jaar later (april 1814) de eerste abdicatie van Napoleon mede-ondertekent. Hij woonde daar aan de huidige Rue de la Paix en teerde na de val van Napoleon nog vele jaren op zijn omvangrijke fortuin. Echter waar en wanneer hij gestorven is, weten wij niet.

Restauratie
Samen met de restauratiearchitecte mevrouw Gertie Bolt-Schellenberg heeft Jurn Buisman met financiële steun van zijn vader, persoonlijk vorm gegeven aan de majeure renovatie van het gebouw en de restauratie van de stijlkamers op de beletage. Veel van de oorspronkelijke pracht en praal van de stijlkamers moet in de eerste heft van de 20e eeuw verloren zijn gegaan. Zo zijn de grisailles en vermoedelijk ook de plafond en wand-decoratie binnen de mid-18e eeuwse lambrisering van de Blauwe kamer waarschijnlijk rond 1920 verwijderd (wij zijn momenteel mogelijk één van de ‘witjes’ op het spoor). In wat nu de Chinese Kamer is, waren schrootjes tegen de wand en het plafond getimmerd: hierachter bleken zich nog enkele restanten van een geornamenteerde mid-18e eeuwse Lodewijk XVI-lambrisering te bevinden. Op grond daarvan hebben wij deze tussen de ramen kunnen reconstrueren. Op basis van kleuronderzoek door Johan P.M. Goudeau (ondermeer oud-hoofdarchitect Rijksgebouwendienst) kon de oorspronkelijke kleurstelling van de lambrisering in de huidige Blauwe kamer worden hersteld, dus uit de tijd dat Agatha Levina Geelvinck in het huis woonde. Op grond van zijn bevindingen kon de neoclassicistische schildering op papier boven de schouw in de huidige bibliotheek worden toegeschreven aan Johannes van Dreght (1737-1807) – vermoedelijk ca. 1762-1763 in opdracht van Agatha’s zoon, de patriot Dirk Trip jr. –, die ook schouwstukken in het stadhuis (1772), het buurpand Herengracht 520 en het Corvershof (1778) schilderde.

Toevoegingen
In oorsprong werd het Geelvinck Hinlopen Huis door de familie Buisman aangekocht met een tweeledig doel: niet alleen zou het gaan dienen als woonhuis voor Jurn Buisman, maar tevens zouden er toonkamers en burelen van het Maecenasfonds komen. Dit cultural impact investment fund avant la lettre was een initiatief van Jurn en had als doel het behoud van oude collecties uit particulier bezit ten behoeve van musealisering. In het huidige culturele klimaat zou dit fonds wellicht een vruchtbare bodem hebben gevonden, maar begin jaren ’90 was er de tijd nog niet rijp voor. Uiteindelijk vormde de sterk gereduceerde opzet van het Maecenasfonds de basis van het museum. De beletage werd echter door de familie Buisman stijlvol verfraaid met ondermeer de wandbehangsels van de hand van Egbert van Drielst in de Blauwe Kamer, het wandtapijt naar ontwerp van Michiel Coxie in de hal en de chinoiserie wandbehangsels van gefabriceerd door Cornelis ’t Kindt in de Chinese Kamer, alsmede een groot aantal 18e eeuwse meubels en 17e eeuwse schilderijen uit het familiehuis van de familie Buisman op de Veluwe. Vrijwel al deze inrichtingstukken werden aangekocht door Jurn’s vader, G.A.H. Buisman.

Koetshuis
Op 26 juni 1991 wist de familie Buisman eveneens het voormalige koetshuis aan de Keizersgracht 633 te verwerven. daarmee kon het oorspronkelijke ensemble van hoofdhuis met koetshuis weer goeddeels worden hersteld. Ook dit gebouw moest volledig worden gerenoveerd. Voordien was het in handen gekomen van een Zweedse projectontwikkelaar, die het huis vrijwel volledig had leeg gesloopt. Jurn kon nog enkele onderdelen redden uit de vuilcontainers. Ook in dit huis, dat in de 18e eeuw de naam “De Katoenboom” droeg en in de tweede helft van de 19e eeuw tot woonhuis werd omgebouwd, werden toonzalen ten behoeve van het Maecenasfonds gerealiseerd, alsmede op de zolderverdieping een atelierappartement.

Museum
Op 21 november 1991 werd Museum Geelvinck Hinlopen Huis feestelijk geopend door Ernst Veen in het bijzijn van de toenmalige burgemeester Ed van Thijn. Op die datum was 92 jaar eerder in Zwolle de Handelsvereniging A.J. ten Doesschate N.V. opgericht, dat tezamen met het oudere familiebedrijf J. ten Doesschate (1782)  – G.A.H. Buisman zou in de jaren ’60 beide familiebedrijven bijeenvoegen –  uiteindelijk als Ten Doesschate Buisman Groep het kapitaal zou leveren om het museum financieel mogelijk te maken. In april 1990 heeft de familie afscheid genomen van de toenmalige werkmaatschappij, het huidige (opnieuw verzelfstandigde) Koninklijke Euroma in Wapenveld. De belangrijkste adviseur van het museum was indertijd dr. Kees Boschma, oud-voorzitter van de Nederlandse Museum Vereniging en oud-directeur van Museum Princessehof in Leeuwarden. In de eerste tien jaar van zijn bestaan werd het Geelvinck Hinlopen Huis gemanaged door Ida C. van Rossum (1959-2001).

Bericht van 21 november 2014 naar aanleiding van 25 jaar Geelvinck Hinlopen Huis, lees meer

Nieuw elan
Vanaf voorjaar 1997 versterkt de cultureel antropologe Dunya Verwey het team als conservator van het museum. Zij blaast – na het plots overlijden van Ida van Rossum in zomer 2001 – in de daarop volgende jaren het museum nieuw leven in. Sedert 2004 is Roland Spek zakelijk directeur van het museum; hij is dan reeds meer dan tien jaar met het museum verbonden. Mary van Weelden zet vanaf 2005 het vrijwilligersteam, de “Vincken”, op, zodat in de daarop volgende jaren het museum zijn vleugels uit kan slaan en uitgroeit tot één van de grachtenhuismusea: de laatste jaren ontvangt Museum Geelvinck met ruim 60 Huisvincken meer dan 40.000 bezoekers per jaar. Mary ontving hiervoor in 2010 de Gerard Evers Onderscheiding. De “Tuinvincken” verzorgen onder leiding van Hanneke Honig de keurtuin, die in 1991 naar ontwerp van Robert Broekema werd aangelegd. Na 2007 ontfermt het museum zich over de Sweelinck Collectie – voorheen het Sweelinck Museum van het Conservatorium van Amsterdam – en sinds 2012 heeft zij een dependance onder de Posthoornkerk (Stadsherstel) ten behoeve van de historische piano’s van deze collectie. Per jaar worden door Dunya meer dan 60 kamerconcerten geprogrammeerd, alsmede, sedert 2011, een jaarlijks muziekfestival, het Geelvinck Fortepiano Festival.

Huwelijk en onthulling gedenksteen
Op 22 december 2014 traden Dunya Verwey en Jurn Buisman in het huwelijk. De huwelijksceremonie werd voltrokken door Boudewijn Oranje (voorzitter Stadsdeel Centrum) en getuigen waren Ingrid Mitrasing, Martine Verwey-Staub, Nathalie Vink-Peters en Marinus Buisman, terwijl Peter Bijl baron van ’t Rief van Toorenburch optrad als ceremoniemeester. Bij die gelegenheid werd door Jurn’s moeder, de kunstenares Margriet Buisman-Boele, en zijn beide nichtjes, Hannah en Lucie Buisman, een gedenksteen onthuld ter herinnering aan vijfentwintig jaar restauratie en inauguratie van Museum Geelvinck Hinlopen Huis. De gedenksteen is een geschenk van de familie en vrienden van het bruidspaar.

 

Overzicht