Terugblik op ‘Beethovens Vrouwen’ door Paola Volpe – fortepiano en Liliana Bernardi – viool, 8 maart 2020, Luther Museum Gepubliceerd op: 12 maart 2020 Precies op Internationale Vrouwendag gaven deze uitstekende musici het derde van een reeks van drie concerten in het Luther Museum in het kader van Internationale Vrouwendag en het 250ste geboortejaar van Ludwig van Beethoven die beide wereldwijd gevierd worden. Luther Museum Bent u al eens in het Luther Museum geweest? In ieder geval zeer aanbevelingswaardig om te bezoeken voorafgaande aan een door ons georganiseerd concert. Het is een prachtig museum met een kerkzaal die uitstekend geschikt is voor concerten. De akoestiek is bijzonder mooi en de Streicher fortepiano uit 1867 klinkt ‘als muziek in uw oren’. Wat een fraai instrument! Het Luther Museum Amsterdam is gevestigd in gebouw Wittenberg aan de Nieuwe Keizersgracht. Het pand uit 1772 is genoemd naar de plaats waar Maarten Luther in 1517 zijn stellingen over de hervorming van de toenmalige kerk verkondigde. Dat leidde tot de Reformatie. Het Luther Museum laat het verhaal zien van een nieuwe start als kerkgemeenschap, met een eigen wijze van geloven en veel zorg voor elkaar. Streicher fortepiano Een bijzonderheid is zeker dat er in de kerkzaal van het Luther Museum een Streicher fortepiano uit 1867 staat. Het echtpaar Streicher, Nanette en Johann Baptiste maakten nogal wat piano’s voor Beethoven. Beethoven’s composities vroegen zoveel van de fortepiano dat hij steeds aangaf wat hij wilde horen. Zo werden beiden geholpen en de Streicher’s konden op deze manier hun instrumenten steeds verder ontwikkelen op aanwijzingen van Beethoven. Kwalitatief waren de instrumenten van hoog niveau. Ook privé ontfermde vooral Nanette Streicher zich over Beethoven, de sloddervos met zijn wilde haren verwaarloosde zichzelf en zijn onderkomen(s) nogal eens. Een voorbeeld, Nanette ontfutselde zijn kleren en waste deze voor hem. In ieder geval was er een hechte vriendschap tussen de Streicher’s en Beethoven. Op zijn beurt gaf hij vele concerten bij hen thuis. Beethovens Vrouwen Paola Volpe en Liliana Bernardi hadden een programma samengesteld waarin Beethoven en de Internationale Vrouwendag centraal stonden. Wat hadden deze dan met elkaar te maken kunt u zich afvragen. In het leven van Beethoven speelden nogal wat vrouwen een rol. Meestal waren het mecenassen waarmee hij een band opbouwde. Aan de hand van de gekozen stukken zullen we u er iets over vertellen. Programma Het programma voor de pauze begon met de 12 variaties in F-majeur, WoO 40. Variaties voor viool en piano op het thema, “Se vuoi ballar con me” uit Mozart’s opera “le Nozze di Figaro”. Vertaald, ‘als je met me wilt dansen’. Figaro zong deze Aria voor zijn geliefde Suzanna voor hun huwelijksnacht. Hoe romantisch, nietwaar! Deze Variaties zijn opgedragen aan Eleonore Breuning, een dierbare vriendin van Beethoven, ook wel genoemd als zijn eerste jeugdliefde. Zij gaf hem een vest mee toen Beethoven naar Wenen vertrok. Hij schreef in een van zijn vele brieven aan haar dat het vest goed in zijn kledingkast paste en hem niet droeg; hoe horkerig kun je zijn! Overigens gebeurde dit later nog eens, Eleonore breidde een sjaal voor Beethoven, waarop hij zeer onaardig reageerde omdat hij hem niet mooi vond. Eleonore was dan ook diep geschokt en daar had Beethoven echt spijt van. Hij droeg gauw het Rondo in G-majeur WoO 41 aan haar op om het goed te maken. Paola en Liliana speelden op intense en speelse wijze de variaties aan Eleonore opgedragen. De luisteraars in een goed gevulde zaal staken hun bravo’s dan ook niet onder stoelen of banken. De sfeer zat er meteen al goed in, behalve de klankbodem van de fortepiano, de klankkast van de viool was het publiek een fraai klankbord voor de musici, er werd zeer aandachtig geluisterd en je kon een speld horen vallen. De 6 Duitse dansen in G-majeur, WoO 42 die hierna gespeeld werden zijn wederom van vrolijke aard en zijn opgedragen aan gravin Thun die een vrouw was uit de aristocratie en beschermvrouwe van Beethoven. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat componisten werk opdroegen aan hun mecenassen. Feitelijk waren ze er zeer van afhankelijk. In onze tijd zou je kunnen zeggen, de ene dienst is een andere waard. Het applaus van ons publiek was zo daverend dat deze uitvoering voor zichzelf spreekt. Wat een enthousiasme! Het Rondo in G-majeur WoO 41, ook opgedragen aan Eleonore von Breuning,is een heel vrolijk rondo. Je kunt er bijna niet bij stilzitten. De balans, het ‘gesprek’ tussen de piano en viool lieten horen hoe goed deze musici op elkaar ingespeeld zijn en de luisteraars gingen met een enthousiast gevoel de pauze in, waarin de superlatieven mij om de oren vlogen. Een en al enthousiasme dus. Nog een weetje tussendoor: Bij Beethoven kwam zijn werk uit onder een Opusnummer of dragen de aanduiding WoO. Beide aanduidingen en categorieën zijn uit de Kinsky-catalogus uit 1955. WoO is een afkorting van Werk ohne Opuszahl – werk zonder opusnummer. Beethoven was een uiterst kritisch mens en publiceerde desondanks enige werken die hij kennelijk niet goed genoeg vond om ze een plaats op die opuslijst te gunnen. Na de pauze werd Die Frühlingssonate, Opus 24 gespeeld, in het Italiaans, La Primavera genoemd. Dit is het allereerste werk waarin Beethoven de instrumenten gelijkwaardig heeft behandeld en dat is ook goed te horen. Daarvoor stond de piano centraal en de ‘rest’ ondersteunde de piano. Vanaf het begin tot het einde in deze 4-delige sonate is goed te horen hoe het een evenwichtig samenspel was. Deze sonate symboliseert in feite de maand maart als de maand van de lente en van de vrouw, twee thema’s die wedergeboorte en schoonheid in zich dragen. Bij het tweede deel, het Adagio molto espressivo hield men echt de adem in, zo’n intensiteit……, er was slechts muziek te horen, alsof de instrumenten niet bestonden. Vele mensen zaten met hun ogen dicht te luisteren. Ook dit werk werd uitstekend uitgevoerd en het publiek liet dat dan ook met veel enthousiasme horen. Men kon geen genoeg krijgen van de twee musici en twee toegiften konden dan ook niet uitblijven. De interactie tussen musici en publiek, ook na het concert was heel leuk om te zien. Uit een van de vragen die gesteld werden bleek dat Liliana’s viool is gebouwd door Giuseppe Antonio Rocca uit Turijn en wel precies in het jaar 1827 – het sterfjaar van Beethoven! In plaats van bloemen kregen de dames een map kaarten met bloemen geschilderd door Vincent van Gogh, bloemetjes om in hun koffers mee te nemen op hun terugreis. Dat viel zeer in de smaak. We kijken terug op een zeer geslaagd concert, uitstekend georganiseerd door de vrijwilligers van de Geelvinck Salon in het Luther Museum. À propos Luther….., ik zou willen eindigen met een gedicht van zijn hand dat uitstekend past bij deze fijne middag: “Wer sich die Musik erkiest” Wer sich die Musik erkiest, hat ein himmlisch Werk gewonnen; denn ihr erster Ursprung ist von dem Himmel selbst genommen, weil die lieben Engelein selber Musikanten sein”. Maarten Luther (1483 – 1546), Duits theoloog en reformator door Annelies Rhebergen Vrijwilliger Geelvinck Muziek in Musea 10 maart 2020