‘Amsterdam Arcadia’ – Keurtuinen en Buitenplaatsparken

Gepubliceerd op: 17 april 2012

Met een cheque van € 6.500 heeft de Provincie Noord Holland – geadviseerd door het ATCB voor Nu.Hier.Noord-Holland – onze buitenplaatsroute  Amsterdam Arcadia (werktitel: ‘Amsterdam Outside’) een pluim. Op 11 april reikte Gedeputeerde Jan van Run op Beeckestijn een prijs uit aan vijf van de twintig ingezonden initiatieven, die het publiek bij erfgoedbehoud willen betrekken. ‘Amsterdam Outside’ verbindt het historische groen – de keurtuinen – van de stadshuizen van de regenten met de tuinen en parken van hun toenmalige buitenplaatsen!

Het Jaar van de Historische Buitenplaats

Het jaar 2012 is uitgeroepen tot het Jaar van de Historische Buitenplaats en 2013 tot het Jaar van de Grachtengordel (Grachten400). In die kaders heeft Stichting Amsterdamse Keurtuinen samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Landschappen, Podium voor Tuin- en LandschapsCultuur en ons museum onder het motto ‘Geef de Toekomst een Groene Geschiedenis’, het initiatief genomen voor een project dat zich richt op de keurtuinen en de buitenplaatsparken, en de maatschappelijke betekenis daarvan voor vandaag de dag.

Vanaf de 17de tot en met het begin van de 20e eeuw hadden de stedelingen, die het zich konden veroorloven, naast een herenhuis in de stad, tevens een buitenplaats om in de zomer aan de drukte en stank van de stad te ontsnappen. Bij de opmerkelijke urbane uitbreiding van Amsterdam in de 17e eeuw, de grachtengordel, vormden de aanleg van – door regelgeving (keuren) vastgelegde – tuinen binnen de huizenblokken een kenmerkend onderdeel. Bij de buitenhuizen – die veelal in clusters bijeen lagen in gebieden als de Vechtstreek, ’s Graveland, het Gooi en Kennemerland – vormden de arcadische tuinen zelfs een bepalend aspect van de uitstraling van het geheel van de buitenplaats. Historisch gezien zijn de buitenplaatsen en de keurtuinen nauw met elkaar verbonden: zij delen niet alleen ontstaans- en bewonersgeschiedenis, ook de horticultuur-geschiedenis van de tuinen en parken loopt parallel. Door de bescherming van de keuren (en later de bestemmingsplannen) zijn de keurtuinen nog immer de groenen longen van de binnenstad, terwijl de (clusters van) buitenplaatstuinen – ook al zijn de woonhuizen vaak verdwenen of in ander gebruik geraakt – nog steeds een belangrijk groen erfgoed vormt, dat niet alleen herinnert aan de buitenplaats als fenomeen, maar tevens als opengesteld park vaak een maatschappelijke functie vervult.

Zo was de binnenduinrand bij uitstek een gebied dat zich uitstekend leende om er buitenplaatsen met tuinen en parken aan te leggen: hoog en droog in de duinen en niet te ver van de stad. Een goed voorbeeld daarvan is de buitenplaats Elswout in Overveen, bewoond o.a. door de familie Marselis, Boreel en Borsky, nu een van de mooiste en best bewaarde buitenplaatsen van ons land. Het park is in oude glorie teruggebracht door Staatsbosbeheer en is voor het publiek toegankelijk.

Ook de Geelvincken, de Hinlopens en de andere families die in ons huis hebben gewoond, verbleven ’s zomers op hun buitenplaatsen, zoals de Pijnenburg, Waterland (naast Beeckestijn), Akerendam, Keukenhof enz. Gelukkig hebben veel van deze buitenplaatsen de tand des tijds weten te doorstaan.

Amsterdam Outside

Het projectAmsterdam Outside’ wil bij een breed publiek interesse en verdieping in deze historisch nauw met elkaar verbonden groene oases stimuleren. Het prikkelt publieke bewustwording en moedigt aan om zelf de voor het publiek opengestelde tuinen en parken te bezoeken en met eigen ogen te bekijken. Samen met  de Landschappen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer  en diverse andere organisaties, worden diverse opties van o.a. wandel-, fiets-, trein-, rij- en vaarroutes gesuggereerd.

Door het bezoek aan de voor publiek opengestelde tuinen te stimuleren, ook voor buitenlandse bezoekers, en de botanische en historische achtergrond te onderbouwen, verwachten de initiatiefnemers een beter begrip bij het algemene publiek – ook internationaal – te ontwikkelen voor deze zo kenmerkende historische groene oases, die ook in het huidig tijdsgewricht niet in belang hebben ingeboet.

Op de website – die begin juli naar verwacht wordt gelanceerd – worden de voor het publiek opengestelde tuinen en parken uitgelicht en in een historisch kader geplaatst. Hiermee wordt duidelijk dat deze niet op zich staan, maar onderdeel vormen van de historisch gegroeide omgeving. De website moedigt aan om zelf de tuinen te bezoeken en gebruik te maken van bestaande wandel- en fietsroutes, die de tuinen en parken met elkaar verbinden, waardoor de grotere groenstructuur van de clusters van buitenplaatsen beter zichtbaar wordt.

Overzicht