Bestuursoverdacht MoWIC: Voorzitter, Secretaris en Ere-lid, Doorn, 16 september 2022

Gepubliceerd op: 18 oktober 2022

Op 16 september 2022 werd Hannadea van Nederveen Meerkerk tijdens de vergadering, waarin zij na meer dan twee decennia afscheid nam van haar leiderschap van MoWIC, geëerd met het erelidmaatschap van deze instelling. Zij wordt als voorzitter van MoWIC opgevolgd door Dunya Verwey. Dunya wordt onder meer bijgestaan door Paul Comenencia, Staatsraad van het Koninkrijk voor Curaçao, alsook een Raad van Advies. Tevens is Jurn Buisman, directeur Museum Geelvinck, benoemd tot secretaris.  

Bestuursoverdracht MoWIC, 16 september op Huize Doornveld, Doorn, foto Diederik Six

MoWIC

In 2000 is MoWIC opgezet door dr. Hannadea van Nederveen Meerkerk met steun van de in 2015 overleden nestor van de Nederlandse monumentenzorg, prof.dr.ir. Coen Temminck Groll. Het doel van deze instelling is het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek naar en het behoud van cultureel erfgoed, dat een relatie heeft met de West-Indische Compagnie. In eerste instantie richt MoWIC zich op onderzoek naar het cultureel erfgoed van ‘Nieuw Holland’, de Nederlandse aanwezigheid in Brazilië van 1630 tot 1654.

Wellicht het meest in het oog springend zijn de Vrijburgh Conferenties, die MoWIC de afgelopen jaren (uitgezonderd de Corona-periode) jaarlijks organiseert. De conferenties, genoemd naar het paleis, dat Johan-Maurits van Nassau-Siegen bij Recife niet bouwen, hebben aansprekende thema’s, zoals ‘de WIC en de zee’, de WIC en slavernij’ en ‘Vestingbouw en de WIC’. Deze serie zal worden voortgezet.

Daarnaast zijn belangrijke door MoWIC in het verleden gerealiseerde projecten:

– archeologisch onderzoek naar Fort Oranje op het eiland Itamaracá en publicatie

– de restauratie van de Vingboons Atlas in Recife

– tentoonstelling van de Nederlandse cartografie in de collectie van het Museu Militar in Fort de Bruyn (Forte do Brum) in Recife

– archeologisch onderzoek naar Huis Vrijburgh (het paleis, dat Johan Maurits bij Recife liet bouwen)

– realisatie van een ambachtelijk farmaceutisch laboratorium in de geest van dokter Willem Piso (lijfarts van Johan Maurits en schrijver van een farmaceutisch standaardwerk)

– realisatie van een houten brug bij Vila Velha.

Bovendien is er voorwerk verricht voor een aantal nog verder te realiseren projecten, te weten:

– onderzoek naar conservering van bijna 1000 Nederlandse blauwwitte tegeltjes in het Convento de Santo Antônio in Recife

– archeologisch onderzoek naar Hollandse aanwezigheid in Bom Conselho (grotten in het binnenland van Pernambuco)

– vooronderzoek en projectbeschrijving van het project ‘Trilha dos Holandeses’ op Itamaracá (een bescheiden openluchtmuseum in relatie met de schilderijen van Frans Post en biodiversiteit).

Buiten Brazilië heeft MoWIC nog onderzoek gedaan naar plantagewaterputten op Curaçao en de monitoring van Fort Beekenburg (Curaçao).

Daarnaast heeft MoWIC in de loop der jaren diverse erfgoedconferenties georganiseerd, onder meer op Curaçao.

Achtergrond

Nederlandse aanwezigheid in Brazilië (1630-1654) op een kaart van hedendaags Brazilië (naar: Groote Historische Schoolatlas, 1923)

Als gevolg van de reizen van Columbus en andere verkenners van de wereldzeeën, ontwikkelden Portugal en Spanje aan het einde van de 15e eeuw een diplomatieke doctrine, waarbij de wereld in twee invloedsferen werd verdeeld. Een belangrijk deel van de Braziliaanse kust viel Portugal toe. Hout uit Brazilië was veel gevraagd, maar al gauw begon men aldaar ook suikerrietplantages te ontwikkelen. Ruim een eeuw later was Pernambuco uitgegroeid tot wereldwijd het belangrijkste centrum voor suikerproductie. Ondanks de wederzijdse vijandelijkheden, stond Philips II in 1594 een jaarlijks Nederlands transportkonvooi naar Brazilië toe. Als gevolg van het Twaalfjarig Bestand, konden handelaren uit de Noordelijke Nederlanden een significant deel van de handel in Braziliaans rietsuiker naar zicht toetrekken, zij het door gebruik te maken van schepen die onder andere vlag voeren. Daarmee werden de bestandsafspraken met de dubbelmonarchie Spanje-Portugal omzeild: deze verboden zulks. Direct nadat het bestand in 1621 ten einde kwam en dus dit verbod ook formeel verviel, kon de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie (WIC) worden opgericht. De Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gunde deze publiek-particuliere onderneming het staatsmonopolie voor handel en scheepvaart op het gehele gebied ten westen van de Kaap de Goede Hoop (Zuid-Afrika) tot aan de oostpunt van Nieuw Guinea. Het wereldcentrum van de suikerproductie in Brazilië was een voor de hand liggend doel om gewapenderhand over te nemen. In 1624 gelukte dat niet, maar, nadat het Piet Hein in 1628 namens de WIC de Zilvervloot wist te kapen en met die opbrengst een dergelijke expeditie gefinancierd kon worden, slaagde de WIC er in 1630 alsnog in. Pernambuco wordt onder controle van de WIC gebracht en er wordt begonnen met de aanleg van een lint van forten. Fort Frederik Hendrik nabij Recife is daarvan de belangrijkste. In de jaren daarna kon het door de WIC beheerste gebied geleidelijk worden vergroot. Waren de Luso-Braziliaanse plantage-eigenaren in eerste instantie tegenstanders van overheersing door de WIC, sloeg dit geleidelijk om als gevolg van de tolerante houding van de nieuwe machthebbers jegens het katholieke en het joodse geloof.

Grafure toegeschreven aan Frans Post, Paleis Vrijburg, uit: Caspar van Baerle, Rerum per Octennium in Brasilia, Amsterdam, Johan Bleau, 1647, Museu de Astronomia e Ciências Afins, Rio de Janeiro

In 1636 werd Johan-Maurits van Nassau-Siegen namens de WIC aangesteld als gouverneur van ‘Nieuw Holland’. Hij was een kleinzoon van de broer van Willem de Zwijger en Stadhouder Maurits van Oranje-Nassau was zijn peetoom. De acht jaar, dat Johan-Maurits over ‘Nieuw-Holland’ als verlicht heerser heeft geleid, wordt gezien als een bloeiperiode. Op een eiland vóór Recife liet hij naar ontwerp van Pieter Post een nieuwe hoofdstad verrijzen: Mauritsstad (Mauritius / Mauritiopolis). Hier verrees zijn paleis Vrijburgh, alsook een omvangrijke botanische tuin met eveneens een dierentuin, alsmede een museum met opgezette dieren. Ook liet hij Fort Frederik Hendrik versterken. In 1636 verrees in Recife eveneens de eerste synagoge van de Sefardische gemeenschap; deze zou tot de overname van de stad door Portugese troepen in 1654 dienstdoen, waarna de gemeenschap grotendeels verhuist naar Suriname.

In 1644 keert Johan-Maurits terug naar Europa. Een jaar later komen de Luso-Braziliaanse plantage-eigenaren in opstand tegen het Nederlandse gezag en binnen een jaar kalft de feitelijke Nederlandse autoriteit af tot slechts een viertal forten, waarvan de belangrijkste de stad Recife is. Financieel was de WIC echter ook niet succesvol. In 1647 maakte zij een doorstart en tracht zij weer grip op onder meer ‘Nieuw Holland’ in Brazilië te verkrijgen. Tevergeefs, want in 1648-49 leidt zij twee gevoelige nederlagen bij Recife. Bovendien wordt de Nederlandse republiek verzwakt door de 1e Oorlog met Engeland. Na een belegering van twee jaar nemen in 1654 Portugese troepen uiteindelijk ook Recife in en komt daarmee het Braziliaanse avontuur ten einde. Formeel werd de overdracht aan Portugal in 1661 met het Verdrag van Den Haag bekrachtigd: feitelijk een door raadpensionaris Johan de Witt overeengekomen verkoop voor 2 miljoen gulden – volgens het International Institute of Social History komt dat ongeveer overeen met de koopkracht van twintig miljoen euro vandaag-de-dag – met een afbetalingsregeling van 16 jaar. Een interessant staartje van deze geschiedenis in Brazilië is, dat de Sefardische gemeenschap, die zich vervolgens in Suriname vestigt, ook de Portugese taal meeneemt. Op haar beurt beïnvloedt zij de creoolse taal. De taal van de Saamaka, de Maronse gemeenschap die zich in de omgeving van de Jodensavanne ontwikkelde, kent daardoor sterke lusofone invloeden.

Meer informatie over MoWIC: https://www.mowic.org

https://www.mowic.org/nieuws/voorzittersoverdracht-mowic-foundation/

Overzicht