Buisman-rozen in de Tuin Gepubliceerd op: 19 juni 2015 Met het oog op de Open Tuinen Dagen 2015 is de tuin weer in optimale conditie gebracht door onze toegewijde ploeg van Tuinvincken. Afgelopen week zijn er nog nieuwe rozen de grond ingegaan. Gekozen is voor ‘Buismanrozen’, die intertijd gekweekt zijn door de Rozenkwekerij R. Buisman in Heerde, toen de grootste in Nederland. De kwekerij is ontstaan uit een hobby van de overgrootvader van de huidige bewoner van het Geelvinck Hinlopen Huis. De Buismanrozen zijn verzorgd door Belle Epoque speciaal voor onze museumtuin. Zo staan er nu naast een Christine Buisman-iep, ook Buismanrozen in de Geelvincktuin. Buismanrozen Het begon in 1912, als uit de hand gelopen hobby van de heer G.A.H. Buisman sr. (1853-1923), op landgoed Groot Oever in Wapenveld (tussen Hattem en Heerde bij de IJssel, ongeveer tegenover Wijhe). Zijn vader was uit Hasselt (Ov.) getrouwd met de dochter van de burgemeester van Wijhe en daar aan de IJssel werd met steenbakkerijen door de familie goed verdiend aan de opleving van de Nederlandse economie in de tweede helft van de 19e eeuw. Aanvankelijk was het rozen kweken een liefhebberij, maar dat nam serieuzere vormen aan en op een gegeven moment werden er maar liefst 40.000 rozen per jaar afgeleverd. Zijn oudste zoon, Roelof Buisman (1892-1968), volgde speciaal voor het familiebedrijf een tuinbouwopleiding in Boskoop, maar omdat daar geen rozen gekweekt werden, ging hij voor het vergaren van specifieke vakkennis naar Echternach en Trier. Vervolgens nam hij het bedrijf over. De grond in Wapenveld bij de IJssel was voor het kweken van rozen eigenlijk veel te vochtig. Vandaar dat er naar een andere locatie werd uitgekeken. In 1920 verhuisde de kwekerij naar een gebied dat De Horsthoek heet, in de omgeving van Heerde, tussen de IJssel en de Veluwse bossen. Het bedrijf ontwikkelde zich zo snel, dat er al spoedig meer dan een miljoen rozen per jaar werd gekweekt. Er was zelfs export naar Engeland, wat een rozenland bij uitstek is. In 1927 begon Roelof Buisman voor het eerst zelf rozen te kruisen. Zo ontstonden er veel nieuwe rozenvarieteiten, de ‘Buismanrozen’. Deze rozen vernoemde hij met bekende namen, zoals de ‘Kathleen Ferrier‘ en de ‘Lily Marleen’. Veel van deze nieuwe rozen ontvingen buitenlandse onderscheidingen en werden later ook onder licentie in het buitenland gekweekt. Het assortiment breidde zich uit tot ruim duizend soorten. Tot 1940 werden rozen vooral geplant in kasteeltuinen en tuinen van welgestelden, maar na de oorlog konden veel meer particulieren zich rozen voor hun tuin veroorloven, wat de verkoop enorm bevorderde. Bovendien werden er veel rozen geleverd aan gemeentelijke plantsoenendiensten door het hele land. De rozen werden wereldwijd geëxporteerd: zo zijn er Buismanrozen te vinden in belangrijke rosaria zoals het bekende Insel Mainau en werden deze aangeplant in parken zoals Central Park in New York. De rozen voor die enorme omzet werden gekweekt op wel tien hectare grond nabij het dorp Heerde. Na de dood van Roelof “de rozenkweker” Buisman in 1968, had het bedrijf verschillende bedrijfsleiders, die de rozenkwekerij met succes hebben geleid. Roelofs jongste zoon, Geert Buisman (geb. 1935), het derde familielid in de bedrijfsleiding, was in 1986 om gezondheidsredenen gedwongen het bedrijf te verlaten. Daarna zetten twee achtereenvolgende bedrijfsleiders, waaronder Geerts neef Roelof Buisman jr. (kleinzoon van Roelof “de rozenkweker”), de inmiddels sterk afgeslankte rozenkwekerij voort. Roelof Buisman jr. heeft onder meer de roos ‘Belle van Zuylen’ gekweekt ter gelegenheid van de viering van het 250e geboortedag van Belle van Zuylen door het Genootschap Belle van Zuylen in 1990. Uiteindelijk werd in 1993 het resterende bedrijf verkocht aan de familie Van Dommelen. Aanvankelijk werd het voortgezet onder de naam Buisman Rozen, maar na enige tijd is het bedrijf omgedoopt tot ‘De Rozenkwekerij’ en verhuisde het in het begin van het nieuwe millennium naar Deil. Van de circa duizend verschillende Buismanrozen, die het oorspronkelijke bedrijf ooit in het assortiment had, waren nog maar weinig over. De beste varieteiten zijn echter wel in het rozenassortiment behouden. Rozennamen zoals ‘Buisman’s Triumph’, ‘Vincent van Gogh’, ‘Lijnbaan’ en ‘Mies Bouwman’ klinken niet alleen bekend, maar zijn bovendien schitterende Buismanrozen, die absoluut het behouden en het kweken waard zijn. Niet allen “De Rozenkwekerij’, maar ook andere rozenkwekers hebben Buismanrozen (terug)gekweekt, zoals De Bierkreek (Zeeuws Vlaanderen) en Belle Epoque in Aalsmeer. De laatstgenoemde is de vaste leverancier van de rozen voor het rosarium in de tuin van Museum Geelvinck. De Geelvincktuin is niet alleen opgenomen in het European Garden Heritage Network en een Open Tuin van de Nederlanse Tuinenstichting, maar eveneens is zij opgenomen in de uitgave van Rosaria in Nederland van de Nederlandse Rozenvereniging (NVR). Indertijd was Roelof Buisman, voorzitter van de voorloper van de NRV, de vereniging ter bevordering der rozenteelt ‘Nos Jungent Rosae’ uit 1891, en heeft hij een vooraanstaande rol gespeeld bij het initiatief voor de oprichting van de NRV (waarvan hij ook weer bestuurslid werd) en de acties om het Westbroekpark (bekend van het rosarium aldaar) te behouden (hetgeen ook gelukt is). Het buitenhuis van de huidige bewoners van het Geelvinck Hinlopen Huis (Jurn Buisman is de achterkleinzoon van G.A.H. Buisman sr.) staat eveneens in Heerde. Met de Open Tuinen Dagen (19 t/m 21 juni 2015) staan dit jaar de rozen erg mooi in bloei. De Tuinvincken verkopen daar ook rozen en er zijn onder meer stands van de Nederlandse Rozenvereniging en van de Nederlandse Tuinenstichting. Maar als u het nu te druk vindt, dan kunt u de hele zomer nog genieten van de vele rozen in het rosarium van ons museum. De rozenleverancier voor het rosarium in de Geelvincktuin: Belle Epoque in Aalsmeer De opvolger van R. Buisman Rozen: De Rozenkwekerij in Deil Meer informatie over de Geelvincktuin Meer informatie over de beplanting