De Geest van Geelvinck in de Rode Kamer Gepubliceerd op: 25 maart 2015 Met vier familieportretten in de Rode Kamer van ons museum brengen wij de geest van de families Geelvinck, Hinlopen en Bicker weer tot leven. Tussen de Hollandse Rococo schouw hangen nu aan weerszijden, het portret van Hendrick Bicker en dat van zijn echtgenote Eva Geelvinck (foto). Eva’s vader Jan Corneliszn Geelvinck en Sara’s nichtje Adriana Hinlopen bekijken het tafereel vanaf de zijwanden, met dank aan het Amsterdam Museum! Jan Corneliszn. Geelvinck Jan Corneliszn. Geelvinck (1579-1651) was een zeer succesvol koopman, rijk geworden door de moeder-negotie (graanhandel op de Baltische Zee) en betrokken bij wereldwijde handel van Moskou tot Nieuw-Amsterdam ( het huidige New York) en van de Levant tot Brazilië. Zijn vader, Cornelis Jansz Geelvinck (1544 – 1624), was de stamvader van de invloedrijke Amsterdamse Geelvinck familie. Hij was handelaar in graan, erwten en bonen, en leverde victualiën (proviand) aan de VOC. Jan Cornelisz. Geelvinck was twaalf maal burgemeester van Amsterdam en vertegenwoordigde Amsterdam in de Staten Generaal. Hij trouwde in1601 met Griete Govertsdr. Wuytiers die nog geen maand na hun huwelijk overleed. In1608 hertrouwde hij met Agatha de Vlaming van Outshoorn. Ze kregen zes kinderen. De vader van Agatha de Vlaming was lid van het college superintendent van Prins Maurits. Jan Corneliszn. was de vader van Eva Geelvinck en de grootvader van Albert Geelvinck, de eerste bewoner van dit stadspaleis. Jan Cornelisz. werd verdacht van sympathie voor de katholieke kerk vanwege zijn handelsactiviteiten met Spanje. Amsterdamse kooplieden leverden volledig uitgeruste schepen aan de Spanjaarden, in die tijd de vijand. Andere leveranciers waren, behalve kooplui, ook burgemeesters van de stad: Andries Bicker, Abraham Boom en Jan Cornelisz. Geelvinck. Ter verdediging en mogelijk ter verontschuldiging van hun handelwijze voerden ze aan dat ze ervan overtuigd waren dat als zij niet zouden leveren, de Zweden, Denen of andere Hanze-kooplieden het wel zouden doen. Het geslacht Geelvinck is in 1802 uitgestorven. Eva Geelvinck Eva Geelvinck (1619 – 1698) was negentien toen ze in 1639 in het huwelijk trad met Hendrick Bicker in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Een huwelijk stond in die tijd, zeker in de hogere kringen, niet los van politieke en economische belangen. Er bestond geen vrije partnerkeuze, want de ouders moesten zich vinden in de vereniging van de twee families. De familie Bicker was een bijzonder goede keuze voor de Geelvincks, die zelf zeker niet onbemiddeld waren. De vader van Eva was enkele malen burgemeester van Amsterdam en eigenaar van een buitenplaats. Eva en Hendrik kregen twee kinderen: Jacob (1642-1713), Agatha (1647 – 1718) en Hendrick Bicker (1649 – 1718). Eva is de tante van Albert Geelvinck en de moeder van Jacob Bicker, de tweede man van Sara Hinlopen. Hendrick Bicker Hendrick Bicker (1615-1651) was een telg uit één van de machtigste families van Amsterdam in de 17de eeuw. In 1639 trouwde hij met burgemeestersdochter Eva Geelvinck. Hendrick Bicker en Eva Geelvinck waren de ouders van Jacob Bicker, Sara Hinlopen’s tweede echtgenoot. De familie Bicker was een invloedrijk Amsterdams regentengeslacht dat een halve eeuw mede het bestuur over de stad Amsterdam en – indirect – over het gewest Holland in handen had. Het geslacht Bicker behoort tot de weinige patricische families, die én vóór én ná de Alteratie van 1578 in het bestuur van de stad. In 1628 steunden de Bickers de Remonstranten in een oproep tot meer verdraagzaamheid en tolerantie. De families Bicker en hun neven De Graeff wisten zich tot 1672 te handhaven. (De alteratie in 1578 is het moment in de Amsterdamse geschiedenis dat het katholieke stadsbestuur, onder dwang, plaats moest maken voor de protestanten en Calvinisten. Bij deze machtswisseling vielen geen doden of gewonden.) Sinds de negentiende eeuw behoren verschillende takken van de familie Bicker tot de Nederlandse adel. Zij verkregen de titel Jonkheer. Het schilderij van Hendrick Bicker is de tegenhanger van het portret van Eva Geelvinck en in bruikleen van het Amsterdam Museum Adriana Hinlopen De familie Hinlopen was een Amsterdamse familie waarvan een aantal behoorde tot de 250 rijksten uit de Gouden Eeuw. De familie kwam oorspronkelijk uit de Zuidelijke Nederlanden. De vader van Adriana was Jacob Jacobsz. Hinlopen, de gelijknamige zoon van Jacob Jacobsz. Hinlopen, het eerste Amsterdamse raadslid, afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden (Brabant of Vlaanderen), en mede oprichter van de VOC Enkhuizen. Zijn grootmoeder was waarschijnlijk afkomstig uit Venetië. In 1646 werd Adriana Hinlopen geboren en is in 1736 overleden. Ze was een nichtje van Sara Hinlopen en veertien jaar ouder dan Sara. Na het overlijden van Sara’s moeder, Leonora Huydecoper van Maarseveen, heeft Adriana een belangrijke rol gespeeld in het leven van de zusjes, Sara en Geertrui Hinlopen. Met hun drieën brachten ze vele zomers door op de buitenplaats de Pijnenburg (bij Soestdijk) van hun grootmoeder Sara de Wael. Adriana trouwde met Johannes Wijbrants. Om het gecompliceerd te maken, hij was de tweelingbroer van Lucia Wijbrants. Lucia trouwde in hetzelfde jaar met de vijftien jaar oudere weduwnaar Jan Hinlopen (1624-1666), Sara’s vader. Lucia was daarmee de stiefmoeder van Sara en Geertrui. Adriana’s broer, Jacob Jacobsz. Hinlopen was onder meer lid van de Vroedschap en in 1694 was hij burgemeester van Amsterdam. Ook was hij bewindhebber van de VOC. In het begin van de 19e eeuw sterft de familie Hinlopen uit. (Dit schilderij is in langdurige bruikleen van het Rijksmuseum)