Kerstsfeer in Geelvinck

Gepubliceerd op: 19 december 2011

Het versieren van het huis met een kerstboom en dennengroen is in Nederland geen eeuwenoude traditie, maar stamt uit de 19de eeuw. In het begin van die eeuw  – wanneer Biedermeier in feite de huiselijke cultuur tot wat wij cocooning noemen, inspireerde –  haalde voor het eerst een uit Duitsland afkomstig gezin, dat in de Kalverstraat woonde, voor de Kerst een versierde dennenboom in huis.

De eerste versierde kerstboom in een kerk zien we pas in 1836, geïntroduceerd door de sociaal bewogen predikant en Réveil aanhanger, Ds. Ottho Gerhard Heldring (1804 – 1876); hij had een Duitse moeder en was blijkbaar met de kerstboom opgevoed.

Onder de met appels, peren en noten versierde kerstboom lagen cadeautjes voor de behoeftigen van zijn gemeente in Hemmen, in de Betuwe. Pas in de loop van de 19de eeuw komt de gewoonte in zwang bij de gegoede burgerij en adel om kerstversieringen in huis aan te brengen.

Deze noordelijke, Duitse traditie is ook uit Engeland over komen waaien: het was de Duitse Prins Albert, echtgenoot van Koningin Victoria, die met zijn huwelijk de kersversiering naar Engeland meebracht, die daarna in Amerika een hele grote vlucht nam.

In Nederland is de kerstboom als heidens en Germaans symbool, tot lang na de tweede wereldoorlog, met name door predikanten, met misprijzen begroet.

Met guirlandes van dennengroen, gedroogde appeltjes en sinaasappelschijfjes met kruidnagel, roepen wij de sfeer op, zoals misschien de familie Assenberg, die in het midden van de 19de eeuw op Herengracht 518 woonde, Kerstmis heeft gevierd.

Overzicht