Nationale Vogeltelling: de Boomkruiper in de Geelvincktuin Gepubliceerd op: 25 januari 2012 Tijdens het halve uur dat wij in onze tuin in het kader van de Nationale Vogeltelling, op zondagmorgen 22 januari, vogels hebben zitten tellen, kwamen wij uit op een score van 1 ekster, 1 vlaamse gaai, 2 koolmezen, 3 stadsduiven, 2 winterkoninkjes, 1 zwarte kraai, 1 waterhoen, 1 wilde eend en 8 overvliegende kokmeeuwen. Maar … we hoorden ook een boomkruiper (zie foto). We zagen hem niet, maar het geluid was onmiskenbaar van dit bescheiden, insectenetende zangvogeltje: de boomkruiper en dus telt hij mee. Boomkruipers zijn te vinden waar bomen zijn. De boomkruiper stelt geen hoge eisen aan een broedplaats; dat kan ook niet want de concurrentie om goede holtes is groot en een boomkruiper is niet erg sterk en assertief. Daardoor maken boomkruipers nesten achter loszittende boombast, in vervallen nestkastjes, tussen klimopbegroeiing op bomen, muren of schuttingen en op tal van andere plekken. (info Vogelbescherming) De eerst gemelde boomkruiper in Amsterdam (1896) was een wintergast. Omstreeks 1918 broedde hij onder meer in het Vondelpark en Artis. Slechts van twee tuinblokken beschikken we over broedvogelgegevens over een langere reeks van jaren, namelijk van de zogenaamde ‘Gouden Bocht’ van de Herengracht, ten westen van de Leidsestraat en van een binnenblok aan de Keizersgracht, westelijk van de Vijzelstraat. Zo’n vijftien soorten kunnen we als algemene en vrij regelmatige broedvogel in de binnenstadstuinen verwachten, hoewel sommige zeker niet in alle blokken nestelen. Het gaat om bosvogels als hout- en holenduif, merel en zanglijster, tjiftjaf, winterkoning, heggenmus, kool- en pimpelmees en drie soorten kraaiachtigen: ekster, gaai en zwarte kraai. Meer aan de straatkant broedende soorten, zoals gierzwaluw, boomkruiper en huismus zijn soms ook in de blokken broedend te vinden. (info Ruud Vlek) [wpaudio url=”http://www.geelvinck.nl/wp-content/uploads/boomkruiper.mp3″ text=”Beluister het geluid van een boomkruiper” dl=”0″]