Russisch monument 1e Wereldoorlog, Courcy – 25 april 2015

Gepubliceerd op: 30 april 2015

De Russische beeldhouwer Alexander Taratynov, maker van de bronzen beeldengroep ‘De Nachtwacht ‘op het Rembrandtplein en van wie wij tijdens de Open Tuinen Dagen in juni weer beelden in de tuin zullen hebben, is ook de maker van het monumentale beeld dat op 25 april j.l. is onthuld ter nagedachtenis van het Russische regiment, dat in de 1e Wereldoorlog heeft gevochten bij Courcy, niet ver van Reims. Begeleid door Franse veteranen/vaandeldragers hebben de Russische Minister van Cultuur, Vladimir Medinsky en de burgemeester van Courcy, Mme Martine Jolly, het beeld onthuld.

 

1e Wereldoorlog: 1916

Zomer 1914 ontbrandde de 1e Wereldoorlog. In 1916 stuurde de Russische tsaar een expeditieleger van vier brigades om de geallieerde troepen te versterken. De 1e Brigade met bijna 9.000 man reisde met de trein via Siberië en Harbin naar de Chinese Zee en vandaar per schip via het Suezkanaal naar Marseille. De 3e Brigade ging scheep in Archangelsk en wist via de Noorse route Frankrijk te bereiken.

De 1e en 3e brigade werden beide ingezet in de loopgravenoorlog. Hun belangrijkste bijdrage aan de strijd leverden zij bij Reims. In april 1917 wisten zij – met zware verliezen (meer dat 750 doden) – het Duitse leger enige kilometers terug te dringen en bevrijdden daarmee het totaal verwoeste dorp Courcy. Courcy (Marne) was vooral van strategisch belang: het ligt in de heuvels boven Reims. Ook vandaag de dag biedt het nog een mooi uitzicht op de wereldberoemde kathedraal van Reims.

Monument

Ter herinnering aan hun heldhaftig optreden, heeft de in Nederland wonende, Russische kunstenaar Alexander Taratynov een bronzen sculptuur vervaardigd, geïnspireerd op een bewaard gebleven foto van een Russische soldaat en een Frans meisje aan de hand (foto voor het podium). Als beeld, draagt de Russische soldaat een klein Frans meisje op de arm en toont haar een beertje. Deze beer refereert aan de mascotte van de 1e Brigade: een echte Siberische beer, die de naam Misjka droeg. Deze beer heeft de oorlog overleefd: hij is in 1933 in Frankrijk overleden.

Afloop

In september 1917 brak er een muiterij uit in het Russische expeditieleger in Frankrijk. Dit werd bloedig neergeslagen. Vanwege de ontwikkelingen in het moederland, zijn de Russische brigades in Frankrijk opgebroken. Het leeuwendeel van de Russische militairen is ondergebracht in andere legeronderdelen. Deels zijn zij geïntegreerd in het Franse leger. Na de oorlog is een gedeelte in Frankrijk gebleven, terwijl anderen terugkeerden naar Rusland, inmiddels de Sovjet Unie.

Sprekend voor de verschillende loop van deze militairen zijn de levensverhalen van lt.gen. Nikolai Lokhvitski (1867-1933) en korporaal Rodion Malinowski (1898-1967).

Lokhvitski was de commandant van de 1e en 3e Brigade, sloeg de muiterij in zijn brigades bloedig neer en formeerde een Legion Russe met getrouwen, dat aan de geallieerde zijde bleef vechten. In 1919 sloot hij zich aan bij de contra-revolutie (het Witte Leger) en vocht in Siberië tegen het Rode Leger. In december 1920 keerde hij naar Parijs terug, waar hij in 1933 overleed. Het werd begraven aldaar op de Russische begraafplaats.

Ook Malinovsky bleef in Frankrijk aan geallieerde zijde meevechten in het Legion Russe, maar keerde in 1919 naar Rusland terug om zich aan te sluiten bij het Rode Leger. Als een van de weinigen, wist hij als officier de uitwassen van het Stalin regime te ontlopen. In 1941 werd hij bevorderd tot luitenant-generaal, vocht onder meer in de Slag om Stalingrad en eindigde als één van de belangrijkste maarschalken van de Sovjet Unie. Kort voor zijn dood, speelde hij een belangrijke rol in de val van Chroesjtsjov. Hij werd begraven aan de muur van het Kremlin naast het mausoleum van Lenin.

Anderen kozen ervoor om in Frankrijk te blijven, waar zij veelal een gezin stichtten.

Zo kwam het dat wij in gesprek raakten met Mme Ivanov, geboren citoyenne de Courcy en kleindochter van Luitenant V. Ivanov, wiens in zorgvuldig handschrift geschreven dagboek over zijn belevenissen in de loopgravenoorlog, in een vitrine tentoongesteld lag.

 

Basjkiers regiment en de Schipbrug over de IJssel, november 1813

Jurn Buisman heeft na afloop van deze plechtigheid, de gelegenheid te baat genomen, Minister van Cultuur Vladimir Medinsky het projectplan te overhandigen om een herinneringsmonument op te richten, dat verwijst naar het oversteken van de Ijssel in november 1813, d.m.v. een Schipbrug door o.a. het Bashkierse regiment stoottroepen, dat de bevrijding van Nederland inzette van de Napoleontische overheersing. Museum Geelvinck heeft in 2013 – 2014 met een tentoonstelling ‘1813 – Nederland door de Russen bevrijd’ aan deze, onterecht in de vergetelheid geraakte, episode aandacht besteed.

De bedoeling is aan beide zijden van de IJssel, tussen Wijhe en Veessen, waartussen de schipbrug gelegen moet hebben en waarlangs duizenden manschappen van de gealllieerde troepen (Rusland, Pruisen, Zweden) de IJssel zijn overgetrokken, deze bijzondere plek te markeren met een herinneringsmonument. De beeldhouwer Alexander Taratynov heeft zich bereid verklaard hiervoor een voorstel te doen.

 

Franse TV en media:

Voor een rapportage op France TV info, klik hier

Overzicht