Voor even terug: een ‘Geelvinck-witje’

Op de valreep, vlak voor de sluiting van het Geelvinck Hinlopen Huis, is een van de verloren gewaande witjes, dat eens in een van de kamers van Herengracht 518 gehangen moeten hebben, op de plek van herkomst teruggekeerd. Tot onze verrassing, bracht onlangs een nazaat van de laatste particuliere bewoners, een familie die tot 1920 in het huis gewoond heeft, een erfstuk uit de familie mee: een witje met drie putti. Nog te zien t/m 20 december!

Er is weinig bekend over hoe het interieur van Herengracht 518 eruit heeft gezien. Zoals zoveel grote patriciërshuizen aan de gracht, hebben zich er in de voorgaande eeuwen regelmatig ingrijpende interieurveranderingen voorgedaan, al naar gelang het fortuin van de bewoners en de smaak van de tijd. Zo vermoeden wij dat de uitbundige Rococo stijlkenmerken in de Rode kamer, met de grijs-marmeren schouw en vergulde spiegellijst en floralistische plafondversiering, zijn aangebracht op initiatief van Agatha Levina Geelvinck, die het huis erfde na het overlijden van haar tante, Sara Hinlopen, in 1749.

In het lijvige ‘Vier Eeuwen Herengracht’, Amsterdam, 1976, wordt op pagina 586 melding gemaakt van witjes, die bij het overgaan van woonhuis naar kantoorpand in 1920, zijn mee-verhuisd naar onbekende bestemming.